Voor de waardering van de voorraad moet je een waarderingssysteem toepassen. Dit systeem moet leiden tot een winstbepaling die in overeenstemming is met goed koopmansgebruik.
Enkele belangrijke waarderingssystemen die je kunt toepassen voor grondstoffen, halffabricaten en handelszaken:
De kostprijs bestaat uit de aanschafprijs plus de bijkomende kosten. Voor halffabricaten en overige zelfvervaardigde zaken vallen hieronder in ieder geval de kosten van arbeid, energie, hulpstoffen en dergelijke die aan de vervaardiging zijn besteed.
Het constante deel van de algemene kosten hoef je niet op de balans te activeren. Zijn de prijzen gedaald op de inkoopmarkt van de goederen? Of staat per balansdatum vast dat de zaken incourant zijn? Dan mag je bij de waardering rekening houden met deze omstandigheden. Daarbij richt je je in principe op de inkoopprijs. Als de prijsdaling of de incourantheid na afloop van het boekjaar is opgetreden, mag je daar dit boekjaar nog geen rekening mee houden.
Waardering volgens het ijzeren voorraadstelsel kun je toepassen voor het deel van de voorraad dat constant uit dezelfde, soortgelijke of soortverwante zaken bestaat. De soortgelijkheid of soortverwantheid moet terug te voeren zijn op gelijkwaardigheid in aard, kwaliteit en prijs op de inkoopmarkt. Als dit zo is, mag je de duurzaam aan te houden ijzeren voorraad waarderen naar het prijspeil aan het begin van het jaar van invoering van het stelsel. Dit is de zogenoemde basisprijs.
Is in latere jaren op de balansdatum meer in voorraad? Waardeer dan dit overschot, het zogenoemde surplus, tegen kostprijs (of tegen lagere marktwaarde).
Was de werkelijke voorraad lager dan de ijzeren voorraad? Waardeer dan het tekort, het zogenoemde manco, tegen de prijs op de inkoopmarkt. Vervolgens trek je dat als zogenoemde mancoreserve af van de waarde van de ijzeren voorraad. Een eenmaal vastgestelde ijzeren voorraad kun je uitbreiden of inkrimpen als de voorraadontwikkeling daartoe aanleiding geeft. Als basisprijs voor de toegevoegde ijzeren voorraad delen geldt het prijsniveau aan het begin van het jaar van uitbreiding.
LIFO staat voor 'last in, first out'. Het LIFO-stelsel gaat ervan uit dat de laatst ingekochte zaken het eerst verkocht worden. Voor de voorraadwaardering heeft de toepassing van het LIFO-stelsel tot gevolg dat de eindvoorraad per balansdatum moet bestaan uit:
Dit laatste geldt alleen als de eindvoorraad groter is dan de beginvoorraad. De eindvoorraad waardeer je tegen het prijspeil van de beginvoorraad voor zover deze even groot of kleiner is dan de beginvoorraad.
Je kunt het LIFO-stelsel alleen toepassen als er sprake is van soortgelijke of soortverwante zaken in de begin- en eindvoorraad. Het systeem kent geen mancoreserve, zoals het ijzeren voorraadstelsel.
FIFO staat voor 'first in, first out'. Het FIFO-stelsel gaat ervan uit dat de eerst ingekochte zaken het eerst verkocht worden.